Veelgestelde vragen windenergie

Antwoord op al uw vragen over windenergie in Venray.

Windenergie

In Europa is afgesproken dat Nederland in 2020 minimaal 14% van zijn energie duurzaam produceert. Daarvoor moet de opwekcapaciteit fors worden uitgebreid. Om deze doelstelling te halen is het nodig dat, naast zonne-energie, bio-energie en aardwarmte, ook windmolens worden gerealiseerd. Samen met maatschappelijke organisaties heeft het kabinet het Energieakkoord gesloten om vaart te maken met de opwekking van duurzame energie.

De Rijksoverheid wil in 2020 een windenergievermogen van 6.000 Megawatt (MW) behalen. Dat staat gelijk aan 2.000 tot 3.000 windturbines die drie tot vier miljoen huishoudens van elektriciteit voorzien. Iedere provincie neemt een deel hiervan voor zijn rekening. De windrijke provincies zoals Friesland en Zuid-Holland meer dan de regio’s waar het minder waait.

De provincie Limburg heeft met het Rijk afgesproken om 95,5 MW aan windvermogen te realiseren.

Alleen windparken op zee zijn niet voldoende. Naast grote windparken van meer dan 100 MW moeten ook kleinere windparken worden gerealiseerd om de doelstelling te halen. Het is dus én op zee én op land.

In het westen waait het inderdaad harder. Op zee waait het nog harder. Alleen is het bouwen en exploiteren van windturbines op zee duurder vergeleken met windmolens op land. Daarnaast moet iedere provincie zijn bijdrage leveren aan de duurzaamheidsdoelstelling van ons land. Dat kan nooit alleen door de provincies in het westen gedaan worden. En het waait in Noord-Limburg hard genoeg om een rendabel windmolenpark neer te zetten.

Windmolens moeten aan zeer strenge wettelijke veiligheidseisen voldoen. Hierop wordt getoetst bij de aanvraag en verlening van de vergunningen. Wij houden altijd rekening met de wettelijke en onderzochte veiligheidseisen en plaatsen turbines op gepaste afstand van woningen of andere functies waar mensen verblijven of die gevoelig zijn voor de aanwezige flora en fauna.

Een lokaal windpark levert een bijdrage aan de productie van groene stroom, CO2-vermindering en de baten die voortkomen uit het windpark komen ten gunste van de omwonenden en omgeving. Mocht een lokaal windpark haalbaar en wenselijk zijn, is het uitgangspunt dat inwoners uit de gemeente Venray minimaal 50% en met voorkeur 100% eigenaar worden. 

Om hier invulling aan te geven, hebben we kaders gesteld voor opwekking van duurzame energie, kortweg KODE Venray. Bekijk het document Kader voor Opwekking Duurzame Energie (KODE)externe-link-icoon op Overheid.nl. In hoofdstuk 5 geven we aan waar welke mogelijkheden liggen en welke voorwaarden we stellen.

Ter uitvoering van KODE is inmiddels een haalbaarheidsonderzoek afgerond naar de mogelijkheden van windenergie in de gemeente Venray.

Een lokaal windpark kan een bijdrage leveren aan de volgende zaken:

  1. productie van lokale groene stroom; een lokaal windpark levert een bijdrage aan de nationale en lokale energiedoelstellingenexterne-link-icoon;
  2. vermindering van de CO2-uitstoot; hoe meer schone energie we gebruiken, hoe minder fossiele brandstoffen we hoeven te gebruiken;
  3. opbrengsten ten behoeve van de inwoners; een windpark levert financiën op die ten goede kunnen komen aan inwoners en grondeigenaren.

Naast opbrengsten komen er ook altijd nadelen bij kijken, denk aan:

  • geluidsoverlast: een windmolen zorgt voor geluid;
  • horizonvervuiling;
  • slagschaduw;
  • Laag Frequent Geluid;
  • waardevermindering van woningen.

Bewoners kunnen participeren in een mogelijk windpark. Hierbij kunt u denken aan:

Als investering / beleggingsobject 

Bewoners en grondeigenaren kunnen t.z.t. mee participeren in de vorm van een belegging in een windmolenpark. Denk hierbij aan aandelen en obligaties. Het rendement van een belegging in een windmolenpark is afhankelijk van diverse factoren zoals de hoeveelheid opgewekte groene stroom.

Teruginvestering in de maatschappij

Zodra er een windpark gerealiseerd wordt, komt er ook een ‘omgevingsfonds’. Door een omgevingsfonds hebben bewoners inspraak op waar een deel van de opbrengsten lokaal naar toe gaan. Denk hierbij aan het realiseren van een nieuwe/het renoveren van een speeltuin, zwembad, het aanleggen van een recreatiegebied of een andere lokale, sociale voorziening.

Lees meer over participatie bij duurzame projectenexterne-link-icoon

Hoeveel een windmolen exact kan opleveren, is afhankelijk van diverse factoren zoals onder andere de hoogte van de windmolen, het type windmolen, de locatie, de opstelling ten opzichte van andere windmolens en het aantal winduren. Een windmolen op land kan ongeveer 4 MegaWatt opleveren. Een windmolen op het land van 4 MegaWatt levert voldoende stroom voor ongeveer 4.000 huishoudens.

Direct omwonenden

Een direct omwonende is een bewoner wiens woning 1.000 meter van een windmolen staat.

Staat een woning op minder dan 1.000 meter van een windmolen, dan is de kans groot dat bewoners de windmolens zien. Wat men kan zien van het windmolenpark is afhankelijk van onder andere:

  • de exacte afstand;
  • de opstelling van de windmolens;
  • de omgeving;
  • de exacte locatie van de woning/object ten opzichte van het windmolenpark.

Wat direct omwonenden kunnen gaan horen van het windpark is afhankelijk van:

  • de windkracht;
  • de omgeving (bossen e.d.) en omgevingsgeluid;
  • water;
  • huidige isolatie van de woning.

Zodra het windpark geluidsoverlast veroorzaakt, kunnen de windmolens (automatisch) stilgelegd worden. Nieuwe technieken op het gebied van windenergie maken dit mogelijk. 

Lees ook meer over geluid van windmolens op de website van de RVOexterne-link-icoon.

Direct omwonenden worden gecompenseerd met onder andere een financiële vergoeding (hoe dichter de woning bij een windmolen staat, des te hoger de vergoeding). 

Daarnaast worden de volgende zaken aangeboden:

  • compensatie van de waardedaling van woningen (zie ook: de vraag over minnelijke planschade);
  • maatwerk zoals isolatie (bijv. bij geluidsoverlast), beplanting van bomen/bossen en-/of dergelijke;
  • lokaal eigenaarschap tegen bijv. een bepaald rentepercentage (denk hierbij aan aandelen/obligaties).

Daarnaast is er een leefbaarheidsfonds (voor de omgeving, bijv. voor het uitbreiden van een park, speeltuin, of andere sociale voorziening), wat verdeeld kan worden in en naar het gebied.

Uit onderzoek blijkt dat woningen die dichtbij een windmolenpark staan, minder waard kunnen zijn of gaan worden. Vandaar dat er een financiële compensatie is voor direct omwonenden en dat direct omwonenden gebruik kunnen maken van ‘planschade’.

Woningen binnen een kilometer afstand van een windmolen, kunnen dalen in waarde. Bewoners kunnen recht hebben op planschade in de situatie dat er een windpark gerealiseerd wordt en de vergunningen zijn afgegeven. 

De praktijk leert dat planschade kan optreden voor woningen binnen een kilometer afstand van het windpark. Daarbij is de afstand tot de windmolen bepalend voor hoogte van de planschade. De hoogte van de planschade zal worden bepaald door een onafhankelijk bureau/taxateur, bijvoorbeeld het bureau SAOZ/. De concrete bedragen voor planschade verschillen per project.

Als u gaat verhuizen nadat het windpark is vergund, maar voordat het er staat, dan kunt u in aanmerking komen voor ‘planschade’ als sprake is van een waardedaling van uw huis.

Mocht er een windpark gerealiseerd worden, dan wordt de volledige compensatie van waardedaling van woningen gegarandeerd. Eigenaren hoeven dit niet zelf te verhalen. Een onafhankelijk/gecertificeerd bureau – zoals SAOZ – zal een taxatie laten uitvoeren.

Ervaringscijfers waardedaling: woningen op ca. 400 m van een turbine kunnen tot 10% in waarde dalen, woningen op 800 m afstand tot ongeveer 1%.

Laagfrequent geluid is de laatste jaren in opspraak gekomen bij het realiseren van windmolenparken. 

Er zijn diverse rapporten opgesteld door het RIVM omtrent laagfrequent geluid:

In Nederland wordt de ondergrens meegenomen van 125 Hz (vanuit de Nederlandse wet), echter blijkt dat laagfrequent geluid moeilijker te meten is en wordt niet altijd meegenomen in de onderzoeken voor het realiseren van windmolenparken. Omdat de gevoeligheid voor Laagfrequent geluid verschilt per persoon kan het zijn dat de één dit wel voelt in zijn/haar lichaam en de andere persoon niet. 

In Nederland is het verplicht om windturbines met zogenaamde obstakelverlichting zichtbaar te maken voor de vliegveiligheid. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) bepaalt welke verlichting een windpark moet hebben. Hier zijn internationale richtlijnen voor. Windmolens met een tiphoogte van meer dan 150 meter krijgen verlichting als ze op de hoekpunten van het park staan. Tussen de lichten mag de maximale afstand 900 meter bedragen. Het is een flitsend licht. Overdag is het licht wit, en ’s nachts is het rood.

Omwonenden zijn vaak niet blij met de knipperende verlichting en maken zich zorgen om hinder door de verlichting. Daarom is het belangrijk te onderzoeken hoe eventuele hinder zoveel mogelijk kan worden voorkomen, terwijl er wel wordt voldaan aan de internationale richtlijnen. Je kunt bijvoorbeeld denken aan vast brandende verlichting, het dimmen van verlichting, het toepassen van minder obstakelverlichting of inschakeling van de verlichting op basis van een naderingsdetectiesysteem.