Voorwaarden pré-mantelzorgwoning

  • Er is een sociale relatie tussen de bewoner van de pré-mantelzorgwoning en de hoofdwoning op het perceel. Eén van de bewoners is de toekomstige zorgverlener.
  • Bij AOW-leeftijd of ouder is geen medisch bewijs nodig. Als de zorgontvanger jonger dan de AOW-leeftijd is, dient een medisch bewijs (afgegeven door een (huis)arts of de gemeente) te worden overlegd, waaruit blijkt dat er sprake is voortschrijdende aandoening die op termijn tot een mantelzorgbehoefte kan leiden.
  • Ondertekende schriftelijke intentieverklaring van de toekomstige zorgverlener en zorgontvanger dat mantelzorg wordt verleend zodra en zolang dat nodig is.
  • Een pre-mantelzorgwoning dient te voldoen aan het geldende Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)externe-link-icoon. Afwijkingen van het besluit zijn in overleg toegestaan.
  • Het moet minimaal om een nultreden-woning gaan en passend bij de zorgbehoefte op termijn.
  • Maximale oppervlakte pre-mantelzorgwoning:
    • 1. maximaal 70 m² bvo bij een perceel kleiner dan 500 m²
    • 2. maximaal 100 m² bvo bij een perceel groter dan 500 m²
    • 3. Als er wordt afgeweken van de maximale bvo genoemd onder 1 en 2, dan geldt dat maximaal 40% van het achtererf bebouwd mag worden.
  • Er mogen geen milieu-hygiënische belemmeringen aanwezig zijn en er moet sprake zijn van een aanvaardbaar woon-en leefklimaat ten aanzien van het plaatsen van de pré-mantelzorgwoning, alsook ten aanzien van de situering hiervan. Ook de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven mag niet worden beperkt.
  • Het gebruik van de pré-mantelzorgwoning mag niet leiden tot overlast voor de openbare veiligheid, de openbare gezondheid, het woonmilieu, onevenredig afbreuk doen aan het (woon)karakter van de wijk of buurt en/of onevenredig afbreuk doen aan erfgoedwaarden, waardoor geen sprake is van een veilige fysieke leefomgeving en/of goede ruimtelijke ordening.
  • Parkeren moet plaatsvinden op eigen terrein voor wat betreft de toegenomen parkeerbehoefte door het plaatsen van de pré-mantelzorgwoning, tenzij aangetoond kan worden dat het niet tot een toename leidt. Conform de dan geldende beleidsnota parkeernormen.
  • Hemelwater van het bouwoppervlak van de pré-mantelzorgwoning en nieuwe verharding worden op eigen terrein geïnfiltreerd.
  • Indien sprake is van plaatsing van een unit dient deze verwijderd te worden na beëindiging van de mantelzorgbehoefte.
  • Tijdelijke vergunning voor de duur van tien jaar (of de dan geldende bepaling op basis van de Omgevingswet), maar zal worden ingetrokken op het moment dat:
    • sprake is van vergunningsvrije mantelzorgwoning;
    • na afloop van de tijdelijke vergunning;
    • bij het verhuizen van de toekomstige zorgverlener of de ontvanger.
  • De aanvraag voor een tijdelijke omgevingsvergunning dient een rapportage te bevatten hoe de initiatiefnemer invulling heeft gegeven aan een omgevingsdialoog en wat hier de resultaten van zijn.