De naam is HAAS: aansluiten bij behoeften medewerkers

Twee jaar geleden verscheen het rapport van het Aanjaagteam Arbeidsmigranten, bekend als het rapport Roemer. De huidige Commissaris van de Koning in Limburg, adviseerde onder meer om de koppeling wonen-werken voor arbeidsmigranten los te laten. Iedereen omarmde dat advies, maar vervolgens bleef het oorverdovend stil, ook in Venray. Daar pakken twee grote spelers de handschoen op. Deze week de schijnwerper op de plannen van logistiekreus DSV.

Huisvesting is voorwaarde voor een ‘happy employee’

DSV is een internationale logistieke dienstverlener. In Nederland met vestigingen vooral in het zuidwesten en in het zuidoosten van het land. In Oostrum werken 250 mensen, waarvan 30 tot 40% flexibel. Meer dan de helft van het totaal aantal medewerkers komt van buiten Nederland. Een groot daarvan (60-70%) is in vaste dienst bij DSV. Peter van der Maas is Executive Vice President DSV Solutions Benelux. Ook aan tafel zit Jasper van Gastel, Projectmanager Housing, waarmee het belang dat DSV aan huisvesting hecht meteen duidelijk wordt. De beide mannen zetten hun bedrijf neer als een werkgever die streeft naar ‘happy employees’ en goede huisvesting is daarvoor een onmisbare voorwaarde. Naast opleidingen en doorgroeimogelijkheden die DSV biedt voor alle  personeelsleden. Met de klemtoon op ‘alle’ vindt Van der Maas. “We gaan altijd voor de beste kandidaat, zonder verder onderscheid. We zijn een inclusief bedrijf.” 

DSV wil zich onderscheiden als aantrekkelijke werkgever, in de wetenschap dat er straks ‘gevochten’ wordt om arbeidskrachten. Want wie denkt dat we wel zonder
kunnen, heeft de afgelopen jaren onder een dikke steen gelegen, stelt Van der Maas. Maar dan moeten we goed voor hen zorgen. Alle partijen: overheid, uitzendbureaus en ook de werkgevers moeten hun verantwoordelijkheid nemen, vindt hij. En dan komen we snel op het project HAAS, Housing As A Service. Een kant en klaar (turn key) plan voor de bouw van een aantal campussen voor arbeidsmigranten. Of zoals Jasper van Gastel het omschrijft: ‘de reis’. Van Gastel
toont de prospectus. Tot in detail uitgewerkte plannen voor studio’s, kamers en appartementen, met sportfaciliteiten. Maar de service gaat verder. Van der Maas:
“Een goede voorbereiding op wat de internationale werknemer in Nederland aantreft. Op het moment dat een nieuwe werknemer zeg in Polen vertrekt, heeft hij de sleutel van zijn kamer al op z’n telefoon.” Voor de ontwikkeling van HAAS
deed DSV marktonderzoek en vroeg ook honderd eigen medewerkers naar hun woonwensen. “We willen aansluiten bij de behoeften van onze huidige en  toekomstige medewerkers”, zegt Van Gastel.

Campus met verbinding naar dorp of wijk

In het eerder artikel in deze serie pleitte KAFRA-directeur Frank van Gool voor het loslaten van de combi werken en wonen. Ook het concept van DSV gaat uit van dat principe. “We willen tijdelijke huisvesting ontwikkelen voor DSV-medewerkers en andere werkgevers. De eigen medewerkers voorop natuurlijk. Nederlanders
of uit andere landen. Maar daarnaast ook voor kleinere bedrijven die geen eigen huisvesting kunnen betalen. Of geen zin hebben in wat er allemaal bij komt kijken. En voor andere groepen die tijdelijk woonruimte nodig hebben. Of een student die stage loopt. De gemeente kan bijvoorbeeld ruimte huren voor crisissituaties”, somt Van Gastel op. De ideale omvang van een DSV campus is ongeveer 400 personen. Bij dat aantal zijn beheerders en aanvullende diensten rendabel. 

Behalve aan beveiliging denken Van der Maas en Van Gastel daarbij vooral aan de sociale kant en het welzijn van de bewoners. Ook het aanbod aan sport en  ontspanning hoort bij goede huisvesting. Een DSV-campus kan wat hem betreft best op een bedrijventerrein, maar wel met een verbinding naar een dorp of wijk.
Met de winkels, maar ook met (sport)verenigingen. Voordeel voor alle partijen. Peter van der Maas: “Ik weet uit eigen ervaring dat het kan. Dankzij buitenlandse
werknemers kunnen de bakker, de voetbalclub en de Spar in het dorp blijven bestaan.” DSV is voorstander van tijdelijke grootschalige voorzieningen aanvullend op het ‘gewone’ woningaanbod. Wie op een DSV-campus woont, hoeft niet weg als het arbeidscontract afloopt. Zolang iemand huur betaalt, is hij of zij
welkom. Al denken de bedrijven dat internationale werknemers die in Nederland willen blijven na verloop van tijd de overstap naar een eigen huur- of koopwoning
willen maken. Ook daarin wil DSV hen met het project HAAS begeleiden.

Binnen driekwart jaar kan een DSV-campus er staan. In diverse varianten. “We hebben groen licht uit Denemarken”, zegt Van der Maas. (DSV is van oorsprong een Deens bedrijf, red.) “Het enige dat we nodig hebben is 10.000
vierkante meter grond.” Volgens de DSV-manager hoeft het project geen winst te maken. “Daarom heet het ook housing as a service.” Voor geschikte locaties, bestemmingsplannen en vergunningen voor initiatieven als die van DSV ligt de bal bij de gemeenten. Daarnaast moeten gemeenten en woningcorporaties zorgen voor voldoende woningen voor al die andere woonconsumenten. Peter
van der Maas roept gemeenten op om leiderschap te tonen, knopen door te hakken om tijdelijke en permanente woningen te bouwen. Voor internationale werknemers, voor asielzoekers en statushouders, voor jonge starters en voor ouderen. Voor iedereen eigenlijk. “Toon een beetje lef. En dan kan er best een keer wél in iemands backyard gebouwd worden.”

Over dit artikel

Dit is een artikel uit weekblad Peel en Maas. In acht artikelen wordt het onderwerp arbeidsmigratie en internationale werknemers vanuit verschillende kanten bekeken. Wie zijn ze, waar komen ze vandaan, waar werken en wonen ze? Aanleiding voor de serie is het beleid internationale werknemers van de gemeente Venray. De artikelen zijn geschreven door freelance journalist Bert Albers, op verzoek van de gemeente. De gemeente heeft geen zeggenschap gehad over de inhoud. De artikelen vallen buiten de verantwoordelijkheid van de redactie van het weekblad.